De CI (Comprehensible Input) en TPRS (Teaching Proficiency through Reading and Storytelling) methoden zijn beide benaderingen die worden gebruikt in taalonderwijs, met een focus op het verwerven van taal op een natuurlijke en communicatieve manier.

Bij CI wordt de nadruk gelegd op het begrijpelijke inputprincipe, wat betekent dat leerlingen worden blootgesteld aan taal die begrijpelijk is voor hun niveau, zonder de noodzaak van directe grammaticale instructie of vertaling. Leerlingen worden ondergedompeld in de doeltaal via gesprekken, verhalen, en andere contexten die hen in staat stellen om de taal op een natuurlijke manier te absorberen.

TPRS is een specifieke methode binnen CI die zich richt op het vertellen van verhalen als hoofdcomponent van het taalonderwijs. Leraren creëren verhalen met eenvoudige, herhaalde structuren en veel visuele ondersteuning, waardoor leerlingen de kans krijgen om de taal te begrijpen en te absorberen terwijl ze betrokken zijn bij boeiende verhaallijnen.

Beide methoden benadrukken de kracht van herhaling, contextuele begrip en natuurlijke taalverwerving, waarbij de focus ligt op het ontwikkelen van communicatieve vaardigheden in de doeltaal. Door middel van interactieve en betekenisvolle activiteiten streven CI en TPRS ernaar om leerlingen te helpen vloeiend en zelfverzekerd te worden in het gebruik van de taal.